21/08/24 – In een interview met De Standaard stelt onderzoeker aan de UGent en doctor in de ingenieurswetenschappen Johannes Laveyne vandaag dat EDF geen interesse meer heeft in het bouwen van moduleerbare kerncentrales.
Een kerncentrale bouwen vergt een enorme investering, met bijhorende investeringsrisico’s. Bijgevolg worden kerncentrales enkel nog gebouwd door staatsbedrijven of door privébedrijven die vooraf nagelharde garanties krijgen over het terugverdienen van hun investering. Dat houdt dan ofwel een investeringssteun in (een participatie van de overheid in de kosten, of een erg gunstige lening) of een gegarandeerde productiesteun. Dit laatste vandaag vooral onder de vorm van een CfD: een ‘Contract for Difference’ waarbij de steun wordt afgemeten ten opzichte van de marktprijs voor stroom. Is die marktprijs te laag om de nucleaire productiekost te dekken, dan past de overheid het verschil bij. Is die hoger, dan betaalt de uitbater het verschil aan de overheid terug.
Het gevolg daarvan is dat kerncentrales er alle baat bij hebben om maximaal te draaien en dus niet te ‘moduleren’. Moduleren wil namelijk zeggen dat de centrales flexibel zouden kunnen en moeten inspelen op een tekort dan wel een overaanbod aan stroom. Maar als een kerncentrale een gegarandeerde stroomverkoopprijs krijgt onder de vorm van dergelijke CfD, dan heeft de uitbater er alle belang bij om nooit te moduleren…

Plaats een reactie