03/12/24 – In het Belgische federaal parlement werd vandaag een seminarie georganiseerd over ‘kernfusie’. Het seminarie werd georganiseerd door Pro Lege, een vereniging van oud-parlementairen. Kernenergiefeiten was erbij. Professor Jef Ongena gaf een stand van zaken over het onderzoek dienaangaande. Kritische toehoorders bleven achter met de vraag of het ooit zal lukken om kernfusie als een ernstige optie voor energiebevoorrading te zien.
Kernfusie is wat er gebeurt in onze zon. Onderzoekers in dit domein trachten eigenlijk de zon na te bouwen, maar wel een pak efficiënter en krachtiger. Efficiënter, want de zon produceert slechts 277 W/m³ wat niet zo indrukwekkend is. En een fusiereactor streeft ernaar om 150 miljoen° Celsius te produceren. Kernfusie duwt 2 atomen bij elkaar, waarbij een andere, zwaardere kern wordt gevormd. Wanneer de atoomkernen van lichte elementen zoals waterstof samensmelten, komt hierbij warmte vrij. Een deel van die warmte straalt door de reactorwand, waarna die kan worden gebruikt voor stoomproductie om een stoomturbine aan te drijven.
Alleen, na 75 jaar onderzoek (de Tokamak-reactor werd uitgevonden in 1950) is men er pas vorig jaar in geslaagd om gedurende 7 seconden evenveel energie te produceren als men er op dat moment in stopte. Na 7 seconden blootstelling aan die extreme hitte, smolt de installatie.
Het onderzoek naar materialen nodig voor een wand die de hitte kan weerstaan is nog volop aan de gang. Men is er nog hoegenaamd niet uit welke legering daarvoor geschikt zou zijn.
Toch gelooft – en de term ‘geloof’ is hier meer dan ooit van toepassing – professor Ongena dat tegen 2040 een kernfusieproefreactor, het ITER-project, zal werken. Dat kosten voor dat internationale project zouden al oplopen tot 40 miljard.
Ongena gelooft en hoopt bovendien dat er tegen 2050 commerciële kernfusiereactoren zullen zijn. Dat is erg onwaarschijnljk. Het bouwen van een klassieke kerncentrale neemt vandaag 15 jaar in beslag. Maar dergelijke nieuwe technologie zou in 10 jaar gebouwd kunnen worden?


Plaats een reactie