De vermoedelijk eerste kernramp vond echter al plaats op 29 september 1957 in Mayak, in de toenmalige Sovjet-Unie. In deze opwerkingsfabriek werd uranium verrijkt voor zowel stroomproductie als kernwapens. De Sovjets probeerden de ware toedracht geheim te houden, ondanks dat tienduizend mensen werden geëvacueerd. Later bleek dat er bij deze ramp meer radioactiviteit vrijkwam dan bij de ramp in Tsjernobyl. Zestienduizend hectare omliggend gebied werd onbewoonbaar verklaard. Toch werd de site nooit volledig ontruimd en ging men door met uraniumverrijking. In 2017 werd in Europa een radioactieve wolk gemeten, waarschijnlijk afkomstig van een nieuw nucleair ongeval in Mayak.

Ook de kernramp van Windscale in het Verenigd Koninkrijk is intussen in de vergetelheid geraakt: op 10 oktober 1957 vloog een van de uraniumstaven in brand, waarna de brand oversloeg naar de rest van de reactor. De radioactieve wolk die hierbij vrijkwam, verspreidde zich over een groot deel van het Verenigd Koninkrijk en Europa. De brand in de reactor werd na drie dagen geblust, waarna de reactor hermetisch werd afgesloten. De afbraak zal nog tot 2037 duren en naar schatting zo’n honderd miljard pond kosten, omgerekend ongeveer 115 miljard euro. Desondanks deed de Britse regering er alles aan om de zaken te minimaliseren, zelfs door de naam van de site te veranderen in ‘Sellafield’ om het drama te doen vergeten.

In 1979 ging het goed fout in de kerncentrale van Three Mile Island in Harrisburg. Er vond een partiële meltdown plaats en een complete explosie werd op het nippertje vermeden. De autoriteiten en eigenaars deden er alles aan om de zaak te minimaliseren en te verzwijgen.

Net zoals in in Tsjernobyl in 1986 waar de Sovjets 3 dagen lang deden alsof hun neus bloedde, vooraleer het Westen werd opgeschrikt door radioactieve metingen. In Tsjernobyl leidde een combinatie van constructiefouten en menselijke beoordelingsfouten tot één van de grootste milieurampen ooit. Bijna 40 jaar later mag er in een straal van 30 km rond de centrale nog geen bewoning worden toegelaten.

In 2011 overspoelde een tsunami de kust bij de kerncentrale van Fukushima. De stroom viel uit waardoor het koelcircuit stilviel. Ook de noodgeneratoren werden weggespoeld, de brandstofstaven oververhitten en explodeerden. Tot op heden is de ruime regio rond de kerncentrale onbewoonbaar en moeten er dagelijks duizenden liters radioactief koelwater in zee worden geloosd.

Vijf ongevallen waarbij telkens het ondenkbare gebeurde. Vijf kernrampen op 440 kernreactoren. Dat is geen al te best trackrecord. In oktober 2021 publiceerde de Hoge Gezondheidsraad een advies over kernenergie en duurzame ontwikkeling. Het rapport, waar een groep experts maanden aan had gewerkt, telde 145 bladzijden. De conclusie was duidelijk: ‘Gezien al deze factoren oordeelt de HGR dat vanuit ethisch, milieu- en gezondheidsoogpunt niet kan worden gesteld dat kernsplijtingsenergie, zoals die momenteel wordt gebruikt, aan de beginselen van duurzame ontwikkeling voldoet.’

Alle genoemde ernstige nucleaire ongevallen hebben één ding gemeen: de exploitanten en de overheid deden er alles aan om de ware toedracht te verzwijgen of te minimaliseren. Zo ook in België. Toen de radioactieve wolk, uitgestoten door Tsjernobyl, over ons land dreef, wilde weerman Armand Pien hierover berichten, maar dat werd hem verboden door de toenmalige staatssecretaris voor Leefmilieu, Miet Smet. Ook over wat er precies gebeurde op 5 augustus 2014 in Doel 4 tasten we tien jaar later nog steeds in het duister. De stoomturbine, een cruciaal onderdeel van een kerncentrale, werd opzettelijk zonder olie gezet en liep daarop vast. De reparatie zou meer dan honderd miljoen euro kosten. Later bleek dat deze sabotage werd voorafgegaan door twee eerdere mislukte pogingen. Hoewel slechts een dertigtal personen toegang hadden tot de crime scene, werd de dader niet ontmaskerd. Ontstellend!

Even verontrustend is dat IS-terroristen hun oog lieten vallen op onze kerncentrales: twee ex-werknemers van Doel sloten zich in 2012 aan bij de IS-troepen in Syrië en behoorden tot de ‘Belgische cel’ die later verantwoordelijk zou zijn voor de aanslagen in Parijs en Brussel. Bij huiszoekingen na die aanslagen werden bij de terroristen plannen van een kerncentrale én een filmpje gevonden waaruit bleek dat zij de directeur van het SCK schaduwden. Onnodig te zeggen dat Doel vlakbij Antwerpen ligt. Een ernstig ongeluk zou een miljoen mensen treffen en de haven – het economisch hart van Vlaanderen – decennialang platleggen.

Dat kerncentrales een geliefd doelwit zijn voor – ook militaire – terreur, blijkt al maanden door de belaging van de grootste kerncentrale van Europa, die van het Oekraïense Zaporizja. Mocht het hier helemaal fout gaan, dan zijn de gevolgen voor Europa niet te overzien.

Geen wonder dat kerncentrales onverzekerbaar zijn. Geen enkele private verzekeraar wil een kerncentrale onbeperkt verzekeren, dus moet de overheid bijspringen. De wet van 22 juli 1985 betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie stelt dat het maximale kernschadebedrag waarvoor de exploitant aansprakelijk is 1,2 miljard euro per kernongeval bedraagt. Een particuliere eigenaar van zonnepanelen moet zich voor de volle 100 procent laten verzekeren voor burgerlijke aansprakelijkheid. Dit is een van de vele voorbeelden van de voorkeursbehandeling die kernenergie krijgt ten opzichte van andere stroomproductie-installaties. In een gelijk speelveld zou kernenergie onder meer om die reden niet kunnen concurreren met hernieuwbare energie.